‘Spitsuur met Flits’, ‘One man show’ en ‘A bit of Bergeyck’.
Mocht de indruk gewekt zijn dat met het krachtsverlies van het Coronavirus ook mijn schrijfdrang afgenomen is … niets is minder waar. Daarbij, belofte maakt schuld. Jullie hebben dus recht op het vervolg van ‘Uit de Kluisarchieven’. Dit stukje vormt de laatste aflevering uit de reeks ‘Knappe Kampioenschappen’. Off we go, maar niet voor ik mijn blijdschap heb geuit over de door het kabinet bijgestelde beleidsmaatregel voor de binnensportverenigingen. Op 1 juli a.s. – het zal niemand ontgaan zijn – mogen de deuren van deze clubs weer open en kan er, onder strikte condities weer gesport worden. Het bestuur is druk doende om te inventariseren hoe het bij de leden staat met de animo. Die blijkt overweldigend. Reden genoeg om een ‘plan de campagne’ uit te rollen dat ervoor moet zorgen dat iedereen weer aan het ‘pletsjen’ komt. Tot die tijd wordt gepoogd het lijden onder het verlangen naar die datum te verzachten door de nostalgie en zoete herinnering van het verleden weer een keer dichtbij te brengen.
Spitsuur met Flits
De voorlaatste competitiewedstrijd uit de najaarscompetitie van 1998 is beslissend voor het kampioenschap in de 1ste divisie. Zouden onze jongens van het eerste herenteam toetreden tot het walhalla van het Nederlandse tafeltennis? In een mudvolle Jos Meijshal gaan de gasten van Flits voortvarend van start. In ‘no time’ staat er 0-3 op het scorebord. Het is muisstil geworden. Al helemaal als in de derde set van het dubbel ’15-20’ (oude telling, hè) door de scheidsrechter wordt geroepen. Flits staat op de drempel van het kampioenschap. Vier punten volstaan immers voor de bezoekers. Maar dan komt bij Peter Heijster (de Meister) het beest boven en haalt Léon (de Nuchtere oet Nuth) Houben de magie uit zijn tenen. Resultaat: Kluis wint het dubbel en het staat dus 1-3.
Léon doet het daarna met twee overwinningen nog eens dunnetjes over. Peter heeft de smaak nu echt te pakken en steekt ook nog een partij in zijn zak. De erop volgende twee wedstrijden worden ‘netjes’ verdeeld tussen de strijdende partijen. Tussenstand: 5-4 voor Kluis. Michel (the Magician) Sijstermans haalt vervolgens een huzarenstukje uit door in een zinderend duel leeftijdgenoot en de ‘pinchhitter’ van Flits Serrano aan het mes te rijgen. De Jos Meijshal trilt op zijn huisvesten op het moment dat Michel het beslissende punt scoort en dus de poort openzet naar de eredivisie. Flits zal later zijn frustraties en teleurstelling afreageren op het interieur van het kleedlokaal.
One man show
Het zal zo in de jaren ’80 zijn geweest. De afdeling Zuid Limburg heeft een primeur: toptafeltennis van internationale allure. De organisatie van het eerste Klankstadtoernooi in Kerkrade heeft warempel enkele ‘Deutsche Profi’s’ weten te strikken voor dit evenement. Geldprijzen moeten deze premiejagers verleiden tot het vertonen van voor Limburgse begrippen ‘van een andere planeet komende’ hoogstandjes. Hoe ironisch, maar tegelijk verademend is het dan dat juist twee Limburgse ‘Regionalliga-Spieler’ de show stelen. Paul van de Laar, hardhitter en opgewonden standje van TTV Heerlen moet het in de 3de klasse in de finale opnemen tegen het pingpongmonument van TTC Kluis Jan (de Bemmel) Bemelmans. Die wordt niet bepaald in het onmiddellijke blikveld van het kennerspubliek, maar ergens in het midden van de immense Rodahal gespeeld.
In het ‘centre court’ denken de twee Duitse finalisten in de hoogste klasse routinematig hun premie op te kunnen strijken door quasi spectaculair, maar eerder geprogrammeerd de eindstrijd af te werken voor het publiek dat behoorlijk lauwtjes reageert op de spaarzame lichtpuntjes van de wedstrijd. In het hart van de hal speelt zich echter een dramatische en meeslepende match af. Spectaculaire rally’s, geboren uit een zeldzame combinatie tussen ‘bedingungslose’ aanvalsdrift van ‘Pistolen Paultje’ en de berekenende ballonverdediging van ‘de Bemmel’ promoveren deze finale tot een ware apotheose van dit hele evenement. De mannen in de elite-klasse krijgen uiteindelijk hun geld, maar Paul en Jan het applaus. O ja … ons boegbeeld gaat op die dag met de eerste prijs aan de haal.
A bit of Bergeyck
Een van de weinige keren dat ‘de Heren van Kluis’ hun adeltitel in de 1ste divisie in de waagschaal moeten leggen is tijdens de voorjaarscompetitie van 2003. Nog ongewis over de afloop van de strijd die het eredivisieschap moet opleveren en vasthoudend aan de opvatting: alles is nog mogelijk, wordt de 6-4 uit-nederlaag tegen BIT NL redelijk gemakkelijk verwerkt. Vooral doordat Léon (de Nuchtere), Peter (der Meister) en Anthony (the Barbarian) van Beurden in Ede een heus volksfeest ten deel valt. Een bloed fanatiek, maar uiterst sportief publiek, sfeer, muziek, volksliederen en gezamenlijk genuttigde en broederlijk betaalde drank vormen de ingrediënten voor een heerlijke promotie van de tafeltennissport.
De buit voor de Kluismannen lijkt binnen, immers thuis hebben ze tegen ditzelfde team, met Hansje de Boer in zijn gelederen, afgetekend gewonnen (7-3). Echter, in de voorlaatste wedstrijd tegen SKF Veenendaal openbaren zich de eerste verschijnselen van hyperventilatie. Het niet verwachte gelijke spel voelt voor Kluis als een forse aderlating. Zou het alsnog fout gaan? Het blijkt gelukkig een storm in een kop water, maar dan wel een heel heftige storm. In de laatste thuiswedstrijd tegen Bergeyck lijkt een verlenging van het verblijf in de 1ste divisie de enige optie als Kluis tegen een 1-4 achterstand aankijkt. Echte klasse en karakter openbaren zich echter op momenten dat het er werkelijk toe doet.
De rebelse inslag en grote strijdlust van Léon, Peter en Anthony komen boven als ze zich met de rug tegen de muur gedrukt voelen. Het wordt 4-4, maar uiteindelijk toch nog 4-6 voor de gasten. Het kan de pret bij Kluis echter niet drukken. Later blijkt dat drie punten al volstonden om het kampioenschap en de promotie naar de hoogste klasse te vieren.
In de erop volgende jaren zal TTC Kluis zich steeds nadrukkelijker profileren als grootgrutter in kampioenschappen. Het voert te ver deze allemaal te noemen, op gevaar af dat sommige andere hoogtepunten en gerenommeerde spelers niet genoemd worden. En laten we eerlijk zijn: niet elk kampioenschap kent zó’n dramatisch scenario zoals die beschreven zijn in de reeks ‘Knappe Kampioenschappen’. Daarom volgende keer een eenmalige aflevering over ‘Roemruchte Rellen’.
Tot schrijfs
T. Opspin